Niet gebruik van kinderopvangtoeslag bij een Wlz-indicatie

Vanaf 1 januari 2021 kunnen gezinnen waarvan één van de ouders een permanente Wet langdurige zorg indicatie (Wlz-indicatie) heeft en de ander werkt, kinderopvangtoeslag (KOT) aanvragen. Het aantal aanvragen voor de uitbreiding op de KOT-regeling is tot nu toe veel lager dan verwacht. Daarom heeft Dienst Toeslagen het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag en Dijksterhuis & van Baaren gevraagd het (niet-) gebruik van deze regeling te onderzoeken.

 

Aanpak

Voor het onderzoek hebben we:

1) in kaart gebracht op welke manier er naar de doelgroep is gecommuniceerd over de maatregel;

2) in kaart gebracht wat de burgerreis van het aanvragen van regeling is;

3) gesprekken gevoerd met professionals die met de doelgroep werken over de leefwereld van de doelgroep, het regelwerk, hoe ze omgaan met kinderopvang en welke drempels professionals voorzien bij het aanvragen van de regeling.

 

Invoeringstoets

Ons onderzoek is 12 maart 2024 als bijlage van de invoeringstoets naar de Tweede Kamer gestuurd, zie: Kinderopvang | Tweede Kamer der Staten-Generaal.

 

De invoeringstoets is een nieuw evaluatie-instrument van de Rijksoverheid. Deze toets wordt - zodra er nuttige informatie beschikbaar is over de werking van regelgeving in de praktijk - zo snel mogelijk uitgevoerd. De invoeringstoets focust zich vooral op de gevolgen voor de doelgroep en de uitvoering. In dit geval dus de huishoudens waarvan één ouder een Wlz-indicatie heeft en Dienst Toeslagen.

 

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Dienst Toeslagen (ministerie van Financiën).


Bekijk publicatie (PDF)

Deze website maakt gebruik van cookies om na te gaan hoe deze wordt gebruikt.

Meer info